[Video] Aftrekbare kosten: welke uitgaven mag je als huisarts zoal inbrengen?

Van medisch materiaal voor je praktijkruimte tot laptops en software: als huisarts doe je tal van uitgaven noodzakelijk voor je beroep. Die beroepskosten mag je inbrengen, waardoor je op het einde van de rit minder belastingen betaalt. Maar daar zijn wel strikte regels aan verbonden …

Richt je een eenmanszaak  op, dan hou je daar al snel slechts de helft winst aan over. Vooral de personenbelasting neemt een stevige hap van je zuurverdiende centen. Hoe je dit kan beperken? Door meer beroepskosten te maken, verlaag je je belastbaar inkomen én hierdoor de belastingen die je daarop betaalt. 

Maar de ene beroepskost is uiteraard de andere niet. En sowieso hangen er specifieke regels vast aan beroepskosten. In deze video leggen we de basics helder uit:

Hoe werken de voorwaarden in de praktijk?

Je mag een kost aftrekken op 4 voorwaarden:

  1. De uitgave moet een aankoop zijn voor je beroep. Bijvoorbeeld: in je praktijkruimte heb je een bureau nodig, net zoals enkele andere meubelen. De aankoopprijs daarvan mag je inbrengen op je belastingbrief. Bij meubelen voor in je woonkamer mag dat dus niet.
  2. Daarnaast moet de kost tijdens het fiscaal jaar gebeurd zijn. Kocht je in 2020 een nieuwe gsm, dan mag je de rekening niet inbrengen voor 2019. 
  3. Je doet de uitgave om een belastbaar inkomen te verwerven of te behouden. Het doel van je aankoop is dus om je beroep beter uit te oefenen zoals een stethoscoop of  steriele (wegwerp)instrumenten. Of die kost uiteindelijk een voordeel heeft opgeleverd, maakt niet uit.
  4. En tot slot heb je een bewijsstuk nodig. Bij voorkeur een schriftelijk bewijs (zoals een papieren factuur, digitaal bankuittreksel, btw-bonnen …). Kan je geen bewijs voorleggen, dan kan je – lees: met je boekhouder – eventueel in overleg met de fiscus een vast bedrag of kostenpercentage inschatten. In de praktijk gaat het vaak over kleine uitgaven (zoals papier of schrijfgerief).

Kost of investering?

Bepaalde aankopen zijn investeringen, waardoor je ze over meerdere jaren afschrijft. De afschrijvingspercentages verschillen per soort kost: 

  • Gebouw praktijk: 3%
  • Meubilair en machines (zoals een onderzoekstafel en een EKG-toestel): 10%
  • Voertuigen: 20%
  • Klein materiaal (smartphone, laptop, gereedschap …): 33%

Voorbeeld: in 2020 koop je meubels voor je praktijk, goed voor 30.000 euro. In de fiscale jaren 2020 tot en met 2029 mag je hiervoor telkens 3.000 euro kosten inbrengen. Daarnaast schaf je ook medisch materiaal aan voor een totaal van 80.000 euro. Tot en met 2029 trek je jaarlijks 8.000 euro af. Voor je laptop telde je 1.200 euro neer, waardoor je de komende 3 jaar 400 euro inbrengt. 

Sommige aankopen deed je zelfs al tijdens je opleiding, zoals een otoscoop en dokterstas. Die zaken gaan meerdere jaren mee, dus je kan ze nog deels afschrijven. Op voorwaarde dat je het aankoopbewijs nog hebt.

Volledig of deels aftrekbare kosten?

Sommige aankopen kan je integraal inbrengen op je belastingbrief, andere niet. Zogenoemde kosten ‘binnen je onderneming’ zijn 100% aftrekbaar. Enkele voorbeelden: 

  • Je professionele telefoonrekening
  • Kantoormaterialen 
  • Lectuur voor in de wachtzaal
  • Specifieke beroepskledij (zoals een doktersjas, chirurgisch mondmasker en handschoenen)
  • Lidgeld van beroepsvereniging of de Orde
  • Klein medisch materiaal zoals watten, pincetten, injectienaalden … 
  • De kost van een telesecretariaat en medische software
  • Afgestane erelonen
  • Huur van een praktijk
  • Inschrijvingskosten voor colloquia en specifieke opleidingen
  • Je inschrijvingskost in het ondernemingsloket
  • De kost van je boekhouder of accountant
  • Sociale bijdragen
  • Verzekeringen
  • Je bijdragen voor het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) 

 

Gebruik je een gedeelte van je eigen woning als praktijk? 

Dan mag je de kosten voor het beroepsgedeelte –interest van je lening, onroerende voorheffing, verwarming, elektriciteit … – aftrekken. De maatstaf is doorgaans de oppervlakte. Neemt je praktijk bijvoorbeeld 20% van je woningoppervlakte in, dan kan je al die kosten ook voor 20% inbrengen.

 

Bepaalde uitgaven zijn slechts gedeeltelijk een beroepskost:

 

Je gebruikt de wagen van je ouders?

Dan kan je bepaalde kosten – verkeersbelastingen en het onderhoud – inbrengen, op voorwaarde dat je kan bewijzen dat jij ze betaalt. Een voorbeeld is de verzekering, ook al staat die nog op naam van je ouders. Bezorg daarvoor je boekhouder een afschrift van de overschrijving aan je ouders of de verzekeringsmaatschappij.  Gaat het echter om verplaatsingen tussen je woonplaats en je werkplaats dan gelden andere spelregels.

In de praktijk: reken op je SBB-expert

Als huisarts al die aftrekposten vanbuiten leren is onbegonnen werk. Dat is voer voor je accountant. Wij helpen jou met die en andere slimme keuzes, zodat jij je kan concentreren op je praktijk. Meer tips, informatie en inspiratie voor startende huisartsen vind je hier verzameld.  Liever persoonlijk advies? Neem dan contact op met één van onze experten.

Nathalie Put
Nathalie Put