Jouw ideale bezoldiging als arts start met drie vragen

Als bedrijfsleider van jouw eigen artsenvennootschap kies je helemaal zelf hoeveel loon je jezelf toekent. Toch is een hoge bezoldiging fiscaal niet altijd even interessant. Hoe stel je het ideale pakket samen, inclusief alternatieve vormen van verloning? Drie kernvragen coveren de cruciale elementen.

Waarom interessant?

Geld in je artsenvennootschap laten is altijd een beter idee dan het eruit halen. Wat je in de vennootschap houdt, wordt immers lager belast. Om aan je privébehoeften te voldoen, is het evenwel noodzakelijk om ook jezelf te verlonen. Al zijn er enkele fiscale addertjes onder het gras.  

1.    Hoeveel heb ik nodig om te leven?

Maak eerst en vooral een inschatting van jouw noodzakelijk privé-budget om maandelijks rond te komen. Het lijstje met vaste en variabele kosten is vaak uitgebreider dan je denkt. Neem volgende vaste kosten zeker mee in je berekening:

  • Huur of hypotheeklasten
  • Elektriciteit, gas, water
  • Verzekeringen en belastingen
  • Allerlei abonnementen (internet, gsm, Netflix, etc.)
  • Overige kosten zoals kinderopvang, onderwijs, etc.

Tel daar nog de variabele kosten bij, zoals kleding en medische onkosten. Met dat richtbedrag ga je aan de slag voor de berekening van het best mogelijke bedrag aan bezoldiging.

2.    Wat is de fiscale impact van mijn loon?

De bezoldiging die je jezelf wenst te geven heeft sowieso een invloed op hoeveel belastingen jij betaalt, maar heeft ook een impact op de belastingdruk van jouw artsenvennootschap zelf. Daarom hou je best rekening met volgende zaken:

  • Het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting: normaal betaal je 25% vennootschapsbelasting op je fiscale winst. Onder voorwaarden kan je genieten van een verlaagd tarief van 20% op de eerste 100.000 euro aan fiscale winst indien je vennootschap jaarlijks een minimumloon van 45.000 euro bruto toekent. In dit artikel vind je daarover meer informatie.
  • De progressieve belastingschijven in de personenbelasting: hoe meer je verdient, hoe meer personenbelasting je betaalt als bedrijfsleider. Je voorkomt beter dat je in de hoogste belastingschijf van 50% belandt.
  • IPT (Individuele Pensioentoezegging): als je via een IPT een aanvullend pensioen opbouwt, is de gestorte premie fiscaal aftrekbaar voor jouw artsenvennootschap op voorwaarde dat de 80% regel wordt gerespecteerd. De gestorte premies vormen voor jou als bedrijfsleider bovendien geen belastbaar VAA indien je jezelf beloont met een regelmatige en maandelijkse bezoldiging.

3.    Wat met sociale bijdragen, loonoptimalisering en andere voordelen in natura?

Naast wat je minimum nodig hebt, en de belastingen die je hierop betaalt, zijn er nog andere aspecten die de omvang van je loonpakket kunnen beïnvloeden. Dit zijn de drie belangrijkste:

  • Sociale bijdragen: je betaalt een wettelijk percentage van 20,5% sociale bijdragen op je jaarlijkse netto belastbaar inkomen. Wil je je sociale bijdragen door je vennootschap laten betalen? Dan is dit soms fiscaal interessant.  In dit artikel lees je meer over deze piste.
  • Loonoptimalisering: je loon verder optimaliseren kan o.a. via dividenduitkering, opbouw aanvullend pensioen via jouw vennootschap (zoals IPT) of verhuur van (een deel van) jouw woning aan je vennootschap (zoals de kantoorruimte).
  • Voordelen in natura: een loon verder aanvullen kan met extra ‘voordelen van alle aard’. Van smartphones en laptops tot je bedrijfswagen: ook op deze vorm van beroepsinkomen betaal je belastingen. Hoeveel hangt af van de keuzes die je maakt. Toets ze daarom zeker af met je accountant.

Wat met mijn partner?

Is je partner medevennoot? Qua fiscaliteit is het voor je vennootschap interessanter om maar één persoon een loon uit te keren. Het minimumloon van 45.000 euro om te genieten van een verlaagd fiscaal tarief, moet immers bij één en dezelfde persoon zitten.

Het lijkt dus logisch dat je er als koppel voor kiest om maar één loon te laten uitbetalen. Echter, als je wegen met je partner scheiden en hij/zij heeft geen inkomen, dan heeft jouw ex-partner ook geen pensioen. Bekijk dus kritisch of je de eerstvolgende jaren wil gaan voor een optimalisatie met minder belastingen door de bezoldiging bij één partner te houden, of eerder kiest voor pensioenopbouw waarbij iedere partner recht heeft op een pensioen.

Je adviseur helpt je om samen goede afspraken te maken, zodat iedereen een deel van de koek krijgt en het langetermijnplaatje klopt.

Kortom, bij het bepalen van je ideale bezoldiging komt meer kijken dan je denkt. Hoe je de loonmix samenstelt, hangt af van bovenstaande factoren. Maar ook de gezondheid van je vennootschap en korte- en langetermijnplannen hebben een invloed. Bovendien groeit een loon ook mee met je bedrijf en je verwachtingen.

De ideale bezoldiging is maatwerk waarbij je je best laat bijstaan. Bij SBB lichten we de verschillende opties (én de mogelijke gevolgen op fiscaal vlak) graag toe aan de hand van simulaties.

Nathalie Put
Nathalie Put