Versoepeling procedure gerechtelijke reorganisatie
Bedrijven in financiële moeilijkheden kunnen beroep doen op de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Daardoor krijgen zij een opschorting van betaling. Deze procedure kent nu, omwille van de aanhoudende coronacrisis, een versoepeling. Dit moet je weten.
Deze blog gaat over maatregelen in het kader van de COVID-19-epidemie en is mogelijk niet meer up-to-date. Raadpleeg de website van de overheid voor de meest recente informatie.
Wat is de procedure van gerechtelijke reorganisatie?
De procedure van gerechtelijke reorganisatie is een procedure die bedrijven in moeilijkheden een opschorting van betaling biedt. Zolang deze procedure loopt, kan de onderneming niet failliet gaan en is deze immuun voor uitvoerend beslag.
Deze procedure leidt tot:
- een minnelijk akkoord met één of meerdere schuldeisers;
- of een collectief akkoord met alle schuldeisers;
- of een overdracht van de onderneming aan een derde.
Je kan niet langer beroep doen op de maatregel ‘bescherming tegen inbeslagnames en faillissementen’
Eerder stelde de overheid een bescherming in tegen inbeslagnames en faillissementen om ondernemingen die het financieel moeilijk hebben door de coronacrisis, een ‘tijdelijke pauzeknop’ te geven. Deze maatregel liep definitief af op 31 januari 2021. De procedure voor gerechtelijke reorganisatie is volgens de regering een betere manier om bedrijven in financiële moeilijkheden te ondersteunen.
Wat verandert er aan de procedure?
Concreet veranderen er drie zaken aan de procedure. Zo komt er een versoepeling van de administratie, een invoering van het voorbereidend akkoord en zijn waardeverminderingen en voorzieningen op schuldvorderingen vrijgesteld van belasting tot de volledige verwezenlijking van het plan, minnelijk akkoord of sluiten van de procedure.
1. Versoepeling van de administratie
Om een procedure gerechtelijke reorganisatie op te starten, is er heel wat administratie vereist. Je moet een aantal stukken overmaken. Wanneer één van deze stukken ontbreekt, is je verzoek tot opening van de gerechtelijke reorganisatie onontvankelijk.
Zo moet je bijvoorbeeld de twee recentste jaarrekeningen van de onderneming overmaken, net als een boekhoudkundige staat en een resultatenrekening die maximaal drie maanden oud is. Ook moet je een begroting opmaken waarin je de inkomsten en uitgaven gedurende de eerste maanden van de gerechtelijke reorganisatie inschat. Bij de opmaak van sommige van de stukken moet je bijstand vragen aan een bedrijfsrevisor of een externe accountant. Deze bijstand is niet altijd even gemakkelijk te verkrijgen, wanneer je kampt met financiële problemen.
Deze strenge administratie kent nu een versoepeling: de onontvankelijkheid van het verzoek tot opening van de gerechtelijke reorganisatie wordt niet meer toegepast wanneer bepaalde stukken ontbreken bij het neerleggen van het verzoek. Je krijgt de mogelijkheid om bepaalde stukken later nog over te maken, of zelfs helemaal niet.
2. De invoering van het voorbereidend akkoord
Daarnaast voert de overheid het voorbereidend akkoord in. Met deze procedure wordt het mogelijk gemaakt vertrouwelijk na te gaan of er effectief wel een mogelijkheid bestaat om te komen tot een minnelijk of collectief akkoord. Als schuldenaar krijg je hierbij de hulp van een gerechtsmandataris, die je bijstaat in de gesprekken en onderhandelingen met bepaalde schuldeisers. Lijkt een minnelijk of collectief akkoord mogelijk, dan kan je gemakkelijk overstappen naar de procedure van gerechtelijke reorganisatie.
3. Waardeverminderingen en schuldvorderingen vrijgesteld van belasting
Als laatste worden de waardeverminderingen en voorzieningen op schuldvorderingen op de medecontractanten waarvoor een reorganisatieplan is goedgekeurd of een minnelijk akkoord is vastgesteld, vrijgesteld van belasting tot de volledige totstandkoming van het plan of van het minnelijk akkoord of tot het sluiten van de procedure.
Wanneer zijn deze versoepelingen geldig?
De aanpassingen zijn in werking getreden op 21 maart 2021.
Let op: er is al direct een einddatum bekend. De maatregel treedt op 30 juni 2021 buiten werking. Deze termijn kan wel worden verlengd door de Koning.
Meer weten?
Voor meer informatie verwijzen we naar de tekst van het wetsvoorstel.
