‘Oud’ kapitaal VOF en CommV: wat met VVPRbis?

Welbepaalde kleine vennootschappen opgericht zonder minimumkapitaal, zoals een VOF en CommV, konden van meet af aan geen aanspraak maken op VVPRbis ... Is deze regel evenwel fiscaal nog verdedigbaar nu dat het nieuw vennootschapsrecht geen minimumkapitaal meer vereist? Een nieuw standpunt van de minister van Financiën geeft hierover meer duidelijkheid. 

VVPRbis: wat is het? 

Een dividenduitkering is in principe onderworpen aan een roerende voorheffing van 30%. Onder bepaalde voorwaarden kan je in de VVPRbis-regeling genieten van een verlaagd tarief van 20% of 15%.

Deze verminderde roerende voorheffing geldt enkel ten aanzien van dividenden die kleine vennootschappen uitkeren. Deze dividenden moeten dan betrekking hebben op nieuw uitgegeven aandelen op naam uitgereikt naar aanleiding van een inbreng in geld, in het kader van een oprichting of kapitaalverhoging sinds 1 juli 2013. 

Deze inbreng in geld moet volledig volstort zijn op het ogenblik dat de algemene vergadering beslist over de toekenning van het dividend.

De oude ‘kapitaalloze’ vennootschappen 

Vennootschappen opgericht zonder minimumkapitaal, zoals een VOF of CommV, waren initieel uitgesloten van de VVPRbis-regeling, tenzij hun maatschappelijk kapitaal door een inbreng in geld werd verhoogd naar minimaal het maatschappelijk kapitaal van een oude BVBA (zijnde € 18.550). 

Sinds 1 mei 2019 werd de minimumkapitaalvereiste in de VVPRbis-regeling evenwel afgeschaft, zodat voor elke verhoging en/of kapitaalvermindering vanaf 1 mei 2019 geen minimumkapitaalvereiste meer gold. 

Een grote vraag bleef wel even hangen naar aanleiding van deze wijziging: komt ‘oud kapitaal’, opgebouwd door een VOF of CommV tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 (dus aangelegd vóór de wetswijziging 1 mei 2019), nu ook in aanmerking zou komen voor de VVPRbis-regeling? 

De minister van Financiën heeft nu bevestigd dat een VOF of CommV die is opgericht tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 (of in diezelfde periode een kapitaalverhoging heeft doorgevoerd), zonder dat het kapitaal onmiddellijk na de inbreng minstens € 18.550 bedraagt, kan genieten van de VVPRbis-regeling voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari 2022. 

Of anders gezegd, een VOF of CommV die vanaf 1 juli 2013 is opgericht met een geldinbreng van minder dan € 18.550, kan vanaf 1 januari 2022 een dividend uitkeren aan 15% RV, mits alle andere VVPRbis voorwaarden vervuld zijn.

 

Een CommV heeft een kapitaal van bijvoorbeeld € 2.000, opgebouwd tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019. Dit kapitaal van € 2.000 komt, wat betreft dividenden uitgekeerd vanaf 1 januari 2022, in aanmerking voor de VVPRbis-regeling. Dividenden kunnen dus worden uitgekeerd aan een verlaagd tarief van 15% of 20%).

 

Dit standpunt geldt dus enkel voor dividenden die zijn toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari 2022. Bij een toekenning of betaalbaarstelling vóór 1 januari 2022 blijft een dergelijke VOF of CommV uitgesloten van het verlaagd tarief.

 

Indien jouw VOF of CommV werd opgericht tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 met een kapitaal minder dan € 18.550 en bij beslissing van een algemene vergadering in 2022 een dividend heeft toegekend, uitgekeerd met inhouding van 30% roerende voorheffing, dan heeft jouw vennootschap mogelijks 15% te veel roerende voorheffing ingehouden. Neem zeker contact op met jouw SBB-adviseur om je te helpen bij een eventuele terugvordering van de te veel betaalde roerende voorheffing. 

Let op!

De minimumkapitaalvereiste werd bij een BV ook afgeschaft vanaf 1 mei 2019. Ingevolge deze schrapping, kwamen velen op het idee om, bij de omvorming van een BVBA naar een BV, de inbreng in geld te verlagen door vanaf 1 mei 2019 een vrijstelling van volstorting te verlenen. Hierdoor ontstond een situatie waarbij de BV haar vennoten van iedere volstorting kon vrijstellen. Dergelijke ontsnappingsroute werd gesloten door de wetgever begin 2022. Daarom bepaalt de wet nu dat de initieel onderschreven sommen bij de uitgifte van de aandelen volledig volstort moeten zijn. Er werd evenwel in een overgangsregeling voor BV’s die deze situatie wensen te herstellen. 

Heb je nog vragen over de VVPRbis-regeling?

Aarzel niet om contact op te nemen met een SBB-kantoor in jouw buurt . Wij helpen je graag verder.