Vrij beroep en een groepspraktijk? Dit zijn 6 mogelijke samenwerkingsvormen

Als vrije beroeper meteen een eigen praktijk opstarten is allesbehalve evident. Samenwerken met andere vrije beroepers zit dan ook in de lift. Maar de keuze voor de juiste samenwerkingsvorm vergt wat denkwerk. Want wil je enkel de kosten delen of ook de inkomsten? En hoe ver kan en wil je daar in gaan? 

Waarom samenwerken?

Een geschikt pand, het nodige (medische) materiaal, administratieve ondersteuning, opleidingen… Bij een eigen zaak komen heel wat kosten kijken. Zeker als  starter is het dan ook mooi meegenomen als je die kosten kan delen met enkele collega’s, maar ook nadien. 

Maar een groepspraktijk heeft nog meer voordelen. Zo bundel je meer expertise binnen dezelfde praktijk: in je eentje een volledig vak beheersen wordt steeds moeilijker. Ook het persoonlijke plaatje speelt een rol: altijd alleen werken kan heel belastend zijn. Beroepsgenoten die je bijstaan met goede raad of de zaak draaiende houden als jij met vakantie bent is dan ook geen overbodige luxe. 

Tot slot moet je minder snel nieuwe patiënten of cliënten weigeren door een overvolle agenda. 
De keuze voor een bepaalde vorm van samenwerken heeft echter ook juridische, zowel als btw-gevolgen waar men vaak niet stil bij staan. Het is echter aan te  raden op voorhand stil te staan bij de wijze van samenwerking en de gevolgen hiervan: 

1. Kostenassociatie: enkel kosten delen

Een kostenassociatie heeft enkel als doel om bepaalde kosten gezamenlijk te maken. Men betaalt samen bijvoorbeeld de huur of men legt samen voor de aankoop van (medische) apparatuur, ….In een kostenassociatie blijven de inkomsten van alle leden in principe gescheiden. Praktisch kan het wel zijn dat één of meer inkomsten toekomen op een gemeenschappelijke rekening. Deze inkomsten blijven echter eigen zolang de overeenkomst dit bepaalt.   

Samen deel je dus enkel (bepaalde) kosten en dit volgens een onderling afgesproken verdeelsleutel. Deze kosten worden meestal betaald via een gemeenschappelijke rekening. Nadien wordt dan bekeken wie welk bedrag moet bijbetalen op deze rekening. 

Voor wat betreft de goederen die via de associatie worden aangekocht, denk maar aan het meubilair, computers en dergelijke, zijn alle leden van de kostenassociatie mede-eigenaar. 

Juridisch gezien heb je geen vennootschap, want je werkt niet aan een gezamenlijk project, ieder blijft individueel werken voor de eigen zaak. Maar, dit ‘delen van de kosten’ brengt wel een btw-issue met zich mee. De associatie wordt beschouwd als een ‘btw-plichtige’ (los van leden) die gelden ontvangt in ruil voor het ter beschikking stellen van materialen, de praktijkruimte, …. Voor btw bestaat de associatie als aparte ‘entiteit’. Gelukkig bestaat er een btw-vrijstelling voor, maar enkel onder bepaalde voorwaarden. Het is raadzaam hier tijdig bij stil te staan om te vermijden dat er ergens btw moet worden aangerekend. 

2. Middelenvennootschap: volledige autonomie

Ook bij een middelenvennootschap blijven de individuele inkomsten onaangeroerd. Je richt enkel een vennootschap op om de nodige middelen in te brengen. Denk maar aan een praktijkruimte of computermateriaal. Het doel van deze vennootschap is om middelen ter beschikking te stellen (te delen). Wanneer je hier als vrije beroeper deel van uitmaakt, blijft je alsnog volledig autonoom werken, dit wil zeggen op je eigen getuigschriften.  

Het is de vennootschap die zal investeren in materiaal en de gezamenlijke kosten zal maken. Diegenen die ervan gebruik maken (dit kunnen vennoten zijn, maar dat hoeft niet), krijgen hiervoor een factuur vanuit de vennootschap. Hier staan dus geen medische prestaties tegenover. Of op deze factuur al dan niet btw moet aangerekend worden, hangt af van tal van factoren. 

Wie betaalt de btw?

Draait een associatie of vennootschap op voor de btw? Of de leden? De btw-wetgeving bij samenwerkingsvormen is een bijzonder complexe aangelegenheid, en kan een grote impact hebben op het financiële plaatje. Vraag daarom grondig advies bij een boekhouder of accountant. 


3. Een maatschap: samenbrengen van de kosten én inkomsten

Bij een maatschap breng je niet alleen de kosten samen, maar deel je ook de inkomsten met je collega’s. De activiteit wordt geacht vanuit de maatschap plaats te vinden. Men moet dan ook werken op de getuigschriften van de maatschap (ondernemingsnummer), uiteraard elk onder zijn eigen RIZIV-nummer. De winst wordt– na aftrek van de kosten – volgens een afgesproken verdeelsleutel verdeeld onder de leden. Deze leden zijn mede-eigenaar van het aangekochte materiaal, zoals een printers, (medische) apparatuur … 

Een maatschap heeft bovendien geen rechtspersoonlijkheid (wat deze vorm fiscaal transparant maakt), maar kan wél btw-plichtig zijn. Wanneer de activiteiten van de maatschap zich beperkt tot het behandelen van patiënten, zal in vele gevallen de medische vrijstelling kunnen worden toegepast. 

4. Ter beschikking stelling van infrastructuur

Het komt in de praktijk vaak voor dat een (para-)medicus eigen infrastructuur ter beschikking stelt aan andere collega’s in ruil voor een vergoeding. Deze vergoeding kan een vast bedrag per maand zijn of een bedrag gebaseerd op het ereloon. De samenwerking beperkt zich dus juridisch tot een vergoeding voor het gebruik van de infrastructuur. Verder blijft elk individueel op de eigen boekjes werken en behoudt zijn eigen inkomsten. 

Eventueel komen alle inkomsten eerst op een gezamenlijke rekening van de praktijk, waarna de bedragen worden verdeeld onder de collega’s na aftrek van de vergoeding voor het gebruik van de infrastructuur. 

Degene die de vergoeding ontvangt blijft dan ook eigenaar van het materiaal en de apparatuur. Deze vergoeding is duidelijk geen vergoeding voor (para-)medische prestaties. De btw zal dan ook een rol spelen. De kans is dan ook reëel dat op een deel of op de gehele vergoeding btw zal moeten worden aangerekend. Eventueel zijn er tolerantie waarvoor geopteerd kan worden, maar dit is slechts mogelijk onder bepaalde voorwaarden. 

5. Onderaanneming: voor iemand werken

Mogelijks stel je één of meer collega’s tewerk in je praktijk en dit op zelfstandige basis. Alle inkomsten uit de behandeling van de patiënten zijn in eerste instantie voor u, de praktijkhouder. De collega’s werken in dat geval op jouw ‘boekjes’ en enkel voor jouw patiënten. 

In ruil daarvoor betaal je hen een vergoeding voor de geleverde diensten. De collega’s mogen op hun beurt geen eigen patiënten helpen in de praktijk. 

De vergoeding die ze ontvangen zal vaak een percentage zijn van de inkomsten uit de behandelingen van patiënten. Deze vergoeding valt normaal gezien onder de (para)medische vrijstelling. Hierop moet dan ook geen btw betaald worden. 

Deze vorm van samenwerking komt vaker voor bij startende (para-)medici die zelf nog geen patiëntenbestand hebben opgebouwd en die nog de nodige ervaring willen opbouwen. 

6. Werkvennootschap

In een werkvennootschap of professionele vennootschap bundel je de krachten met mensen die hetzelfde of een gelijkaardig vrij beroep uitoefenen. Al het materiaal en infrastructuur wordt aangekocht door de vennootschap, alle kosten worden betaald door de vennootschap. Daarnaast worden alle erelonen geïnd door de vennootschap. Je ontvangt een vergoeding voor het geleverde werk in de vennootschap (dit is een kost) en deelt – in voorkomend geval – als aandeelhouder in de winst. De boekjes komen ook op naam van de vennootschap te staan. 

Zo is het mogelijk om met enkele zelfstandige verpleegkundigen een bv op te richten. Op alle officiële documenten (inkomende facturen, medische getuigschriften …) gebruik je de officiële naam van je vennootschap. Je bent dus aan de slag in een bedrijf, die je een (vooraf afgesproken) vergoeding uitbetaalt en waar je ook kan delen in de winst.

 

In de praktijk stellen we vast dat bestaande samenwerkingen vaak niet juridisch noch fiscaal georganiseerd zijn. Je werkt samen met collega's, maar weet niet juist in welke samenwerking. Nochtans heeft elke samenwerking zijn eigen gevolgen. Het is aan te raden op voorhand duidelijk de wensen van de partijen in kaart te brengen en te bekijken welke samenwerking hier het beste op aansluit.

Meer informatie?

Heb je na het lezen van dit artikel  nog vragen ? Neem contact op met onze experten. Wij helpen je graag op weg.