Weg open voor vennootschap tussen artsen en niet-artsen?

Samenwerken in een vennootschap is voor veel artsen een aantrekkelijke manier om specialisaties te bundelen en kosten te delen. Dit kon voorheen enkel tussen artsen. Vandaag gelden er nieuwe deontologische spelregels voor artsenvennootschappen. Ligt de weg nu volledig open voor een multidisciplinaire vennootschap tussen artsen en niet-artsen, of zijn er nog obstakels?

Vroeger was het deontologisch niet toegestaan dat een niet-arts aandelen had in een artsenvennootschap. Alleen artsen van dezelfde of aanverwante disciplines konden samenwerken in een vennootschap. Eind 2022 versoepelde de Nationale Raad van de Orde van geneesheren haar visie hierop. 

Deontologie …

De hernieuwde deontologische code van 2018 bepaalde al langer dat vennoten of aandeelhouders van een professionele vennootschap niet uitsluitend artsen moeten zijn. Tel daarbij het advies van de Orde en niets lijkt een samenwerking tussen artsen en andere zorgverleners in één vennootschap nu nog in de weg te staan. Of toch? 

… versus wetgeving

In hetzelfde advies verplicht de Orde elke arts om de wet op de gezondheidsberoepen na te leven. En net daar knelt het schoentje. Samengevat verbiedt de wet dat vennoten en aandeelhouders in de winst van de vennootschap delen. Werk je in multidisciplinair vennootschapsverband en deel je niet alleen de kosten, maar ook je ereloon? Dan stuit je dus op de grenzen van bovenvermelde wet.

Wat betekent dit voor jouw multidisciplinaire vennootschap?

Vanuit juridisch oogpunt is een professionele vennootschap tussen een arts en een niet-arts, waarbij je niet enkel kosten maar ook erelonen deelt, nog altijd wettelijk verboden. Deze samenwerkingsvorm is enkel mogelijk:

  • tussen beoefenaars van eenzelfde tak van de geneeskunde; 
  • die hun activiteiten bestempelen als groepsgeneeskunde. 

Belangrijk om te weten: er bestaat geen wettelijke definitie van ‘groepsgeneeskunde’, maar er zijn wel aanknopingspunten te vinden in de rechtspraak en rechtsleer. Betrek dus zeker een jurist bij de opzet van je samenwerkingsvorm. 

Voor een multidisciplinaire kostenvennootschap, waarbij enkel kosten worden gedeeld, vormt de samenwerking tussen artsen en niet-artsen geen enkel probleem, zowel op deontologisch als juridisch vlak.

Conclusie

Ondanks de versoepelde deontologische spelregels en houding van de Orde van geneesheren, zijn er nog steeds valkuilen voor de multidisciplinaire vennootschap. Let dus altijd goed op dat je de juridische grenzen respecteert. Deel je je ereloon ondanks een wettelijk verbod? Dan riskeer je niet enkel een geldboete, maar ook een burgerlijke en administratieve sanctie.  

Benieuwd welke samenwerkingsvorm voor jou het meest geschikt is?

Laat je bijstaan door één van onze experten, zij helpen je graag.

Nathalie Put
Nathalie Put