Niet-productieve VLIF-investeringen: wat houdt dat in voor een landbouwbedrijf?

Vanaf 1 juli 2021 startte de nieuwe regeling voor niet-productieve investeringen. Zowel de doelstellingen als types van investeringen die voor een tussenkomst in aanmerking komen, worden uitgebreid. Daarbovenop wordt het steunbedrag ook sterk omhoog getrokken. Zo kan je als landbouwer investeren in water-, landschaps- en bodembeheermaatregelen en daarvoor 50 tot 100% steun ontvangen. In dit artikel geven we jou een kort overzicht.

Wat zijn niet-productieve investeringen?

De overheid wil met deze niet-productieve investeringen de landbouwers stimuleren om nog meer te investeren in milieu, biodiversiteit en het landschap. Het gaat hierbij over investeringen die zelf geen inkomsten genereren of niet direct inspelen op een verhoging van de productie zoals bijvoorbeeld het aanplanten van bomen en hagen, bijenhotels, nestkasten, dammen, ... 

Enkele voorbeelden van niet-productieve investeringen en hun specifieke bijdrage aan: 

  • het beschermen van de veestapel tegen predatie, bv. omheiningen wolfproof maken  
  • de ontwikkeling van het landschap, bv. het aanplanten van hagen of bomen 
  • het verhogen van de biodiversiteit en de bescherming van habitats, bv. nestkasten, insectenhotels of een arenstripper 
  • het verbeteren van het waterbeheer, bv. de omvorming van gewone naar peilgestuurde drainage of een buffer- en spaarbekken 
  • het verminderen van erosie, bv. plantaardige dammen

Een overzicht van alle mogelijke niet-productieve investeringen vind je op de website van het VLIF.  

Aanvraagprocedure

De aanvraagperiodes voor steun voor NPI’s lopen gelijk met de blokperiodes van het VLIF. Dit betekent dat je je aanvraag moet indienen vóór eind september, eind december, eind april of eind juni. Een tweetal weken na het einde van een blokperiode wordt bekend gemaakt of je aanvraag al dan niet geselecteerd werd.  

Het aanvraagsysteem is volledig gelijklopend met de klassieke VLIF-aanvragen. Voor het recht op steun wordt hier echter geen rekening gehouden met minimaal inkomen, bijhouden van een boekhouding ... Alle land- en tuinbouwers die geregistreerd zijn bij het Departement Landbouw & Visserij en ook een ondernemingsnummer hebben, komen in aanmerking voor deze steun. Voor sommige investeringen dient er wel een technisch verantwoordingsadvies te worden opgesteld waarin wordt toegelicht waarom deze investering een meerwaarde heeft voor het landschap, het watersysteem, de biodiversiteit of de bodem. De kostprijs hiervan en de begeleidingskosten komen voor een deel mee in aanmerking voor de steun.  

 

SBB tot je dienst! 

Heb je vragen in verband met deze niet-productieve investeringen of wil je graag zo’n aanvraag indienen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met je SBB-kantoor of je SBB-consulent. Wij helpen je graag verder.  

Amelie Grammen
Amelie Grammen
landbouwadviseur