Liquidatiereserve uitkeren: vanaf wanneer en hoe belast?

Hoe kan je op een fiscaal gunstige manier kapitaal uit je vennootschap halen? Het blijft voor veel bedrijfsleiders een heikel punt. Kies je ervoor je prestaties te vergoeden via een bezoldiging of een gewoon dividend, dan word je hierop behoorlijk zwaar belast. De liquidatiereserve biedt een waardevol alternatief.

De winsten van je vennootschap kan je jaarlijks uitkeren, maar dat is fiscaal niet zo interessant. Beter is om die als ‘liquidatiereserve’ te boeken op je balans. De reserve die je in het boekjaar 2022 hebt aangelegd, mag je in 2028 voor het eerst uitkeren aan 5% belasting. Dat is een pak voordeliger dan de 30% belasting op een gewoon dividend. Anders dan de naam doet vermoeden, hoef je je vennootschap niet eerst op te doeken.

Liquidatiereserve: wat is het? 

Net als bij een gewone reserve dient een liquidatiereserve als een soort van interne ‘spaarpot’ voor je kapitaal. Je kan de opgepotte gelden op elk moment aanwenden om dividenden uit te keren. Hierop word je tot tweemaal toe belast: 

  • een eerste keer bij de aanleg van de liquidatiereserve: je betaalt de gewone vennootschapsbelasting + een bijzondere aanslag van 10% 
  • een tweede keer bij de uitkering van de liquidatiereserve: je draagt 20% of 5% roerende voorheffing af, afhankelijk van het moment waarop je de reserve uitkeert. 

Vanaf wanneer mag je de liquidatiereserve uitkeren?

De eerste winst die je als een liquidatiereserve op de balans kon boeken was die van het aanslagjaar 2015 (inkomstenjaar 2014). Heb je voor dat jaar een reserve aangelegd, dan kan je die na 5 jaar uitkeren tegen het gunsttarief van 5%. Sinds 1 januari 2020 dus als jouw boekjaar overeenstemt met het kalenderjaar.

De wachttermijn van 5 jaar start op de eerste dag die volgt op het boekjaar. De laatste dag van het boekjaar, de zogenaamde balansdatum, bepaalt dus de start van de wachttermijn. Keer je de liquidatiereserve vroeger uit, dan betaal je 20% belastingen in plaats van 5 %. Opgelet, de liquidatiereserves die uiterlijk in aanslagjaar 2017 zijn aangelegd en tijdens de wachttermijn van 5 jaar worden uitgekeerd, worden belast aan 17% roerende voorheffing.

Dit overzicht maakt het duidelijk voor aanslagjaar 2023: 

Balansdatum 20% roerende voorheffing 5% roerende voorheffing Ontbinding/vereffening van de vennootschap
31 december 2022 Toekenning dividend t.e.m. 31 december 2027 Toekenning dividend vanaf 1 januari 2028 0%, zelfs als je de vennootschap ontbindt tijdens de wachttermijn van 5 jaar
31 maart 2023 Toekenning dividend t.e.m. 31 maart 2028 Toekenning dividend vanaf 1 april 2028
30 juni 2023 Toekenning dividend t.e.m. 30 juni 2028 Toekenning dividend vanaf 1 juli 2028
30 september 2023 Toekenning dividend t.e.m. 30 september 2028 Toekenning dividend vanaf 1 oktober 2028

Stemt het boekjaar van je vennootschap overeen met het kalenderjaar, dan mag je de liquidatiereserve voor 2022 uitkeren vanaf 1 januari 2028. Eindigt het boekjaar op 30 juni 2023, dan mag je de reserve pas uitkeren vanaf 1 juli 2028.

Opgelet, indien je meerdere liquidatiereserves hebt aangelegd in jouw vennootschap, dan mag je niet kiezen welke liquidatiereserve je eerst uitkeert. De uitkering moet verplicht gebeuren volgens de FIFO-methode (first in, first out)

Dubbele uitkeringstest

Sinds 1 januari 2020 is de uitkering van het dividend onderworpen aan een dubbele uitkeringstest: de balanstest en de liquiditeitstest. Kort gezegd, je mag de liquidatiereserve enkel uitkeren als: 

  • de uitkering van het dividend niet tot gevolg heeft dat het netto-actief daalt onder een minimumgrens (balanstest).
  • de vennootschap haar opeisbare schulden kan blijven betalen gedurende minstens 12 maanden volgend op de uitkering (liquiditeitstest)

Beide testen zijn verplicht voor o.a. de besloten vennootschap (bv) maar niet voor de commanditaire vennootschap (CommV) en de vennootschap onder firma (vof). Welke vennootschapsvorm het best bij je zaak past kon je hier al lezen. Onze adviseurs begeleiden je graag bij de uitvoering ervan en het opmaken van de verslagen. 

Liquidatiereserves uitkeren aan 0%?

Dat kan! Zelfs tijdens de wachttermijn van 5 jaar. Dan moet je je vennootschap wel definitief stopzetten door die te ontbinden en te vereffenen.

Opgelet! Als je je vennootschap ontbindt louter om de liquidatiereserves uit te keren aan 0% en vervolgens richt je een nieuwe vennootschap op met exact dezelfde activiteit en dezelfde personen, dan wordt dit door de fiscus beschouwd als een fiscaal misbruik. Dat kan je dus maar beter vermijden.

Heb je vragen over de bovenstaande verplichtingen?

Neem zeker contact op met een SBB-adviseur bij jou in de buurt. Hij of zij helpt je graag verder.