Het woonvoordeel: dit moet je weten

Beschik je als bedrijfsleider over een privéwoning via je vennootschap? Dan word je slechts belast op een forfaitair voordeel ervan. Sinds 2019 ziet de berekeningsformule van dat voordeel er anders uit.

Voor de kosteloze beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen wordt de bedrijfsleider belast op een voordeel alle aard, het zogenaamde woonvoordeel. Sinds 2019 wordt dit voordeel voor een woning berekend aan de hand van de volgende formule:

het geïndexeerd kadastraal inkomen x 100/60 x 2 (verhoogd met 2/3 indien de woning gemeubeld is)

Voor een grond is de formule als volgt:

het geïndexeerd kadastraal inkomen x 100/90

Opgelet!

Wanneer het betrekken van de woning wordt opgelegd en de belangrijkheid van die woning duidelijk de persoonlijke behoeften van de bedrijfsleider (rekening houdend met zijn maatschappelijke stand en de samenstelling van het gezin) te boven gaat, dan moet bij de vaststelling van het belastbare voordeel slechts rekening worden gehouden met het kadastraal inkomen van een woning dat aan de werkelijke behoeften van de bedrijfsleider beantwoordt.

Je kan dit voordeel wegboeken in de rekening-courant van je vennootschap of laten belasten als een voordeel van alle aard. Het voordeel belasten is niet noodzakelijk een slecht idee, want hiermee wordt rekening gehouden voor de bepaling van je minimumloon om zo de vennootschapswinst te laten belasten aan het verlaagd tarief van 20%.

Wens je meer info? Of advies op maat?

Contacteer vrijblijvend een SBB-adviseur in je buurt. Hij of zij staat je graag bij.