Hervorming patrimoniumtaks nu al van toepassing

Hogere progressieve tarieven worden gecompenseerd door een verdubbeling van de voetvrijstelling en een gedeeltelijke vrijstelling voor vzw’s werkzaam in o.a. zorg-, sport- en onderwijssector, terwijl de eerste stappen richting digitale indiening worden genomen.

Wat is de patrimoniumtaks?

De taks wordt jaarlijks geheven op het vermogen van (internationale) vzw’s en private stichtingen. Aangezien deze rechtspersonen niet ‘overlijden’, zou hun vermogen anders ‘ontsnappen’ aan successierechten. Daarom betaalt je vereniging de taks op goederen die van blijvende en duurzame aard zijn.

Hervorming

De tarieven inzake successierechten bij overlijden zijn progressief: per hogere schijf van je inkomen betaal je een hoger tarief. Aangezien de patrimoniumtaks een compensatie beoogt van de successierechten, wordt het tarief voortaan ook opklimmend. Hierdoor zullen vzw’s met een relatief klein patrimonium minder taks betalen én vzw’s met een groter patrimonium meer. Voor bepaalde vzw’s in sectoren zoals de zorgsector ‘blijft’ het oude tarief van 0,17% dankzij een gedeeltelijke vrijstelling van hun vermogen.

Het toepassingsgebied wordt verruimd: voortaan zijn alle vzw’s onderworpen aan de taks. 

Indien je vzw of beroepsvereniging voorheen niet onderworpen was aan de taks, kijk je best na of dit zo blijft. 

Onroerende goederen gelegen in het buitenland zijn vanaf nu ook onderworpen aan de taks. Dit omvat gronden en gebouwen waarvan je vereniging de eigendom of een zakelijk gebruiksrecht (zoals opstalrecht) heeft. Betaalt je vereniging in het buitenland op haar vermogen een soortgelijke taks? Dan kan je dit verrekenen met de patrimoniumtaks mits bewijsstukken.
Verder beoogt de hervorming een volledig geïnformatiseerd proces vanaf aangifte tot inning van de taks. Sommige vzw’s kregen dit jaar al een brief van de FOD Financiën om hun aangifte via MyMinFin in te dienen, naast de bestaande mogelijkheid van een papieren aangifte (met vermelding van een postbusnummer).

Je vereniging moet meteen alle wijzigingen (tarief, toepassingsgebied én vrijstellingen) bij de eerstvolgende aangifte vóór 31 maart toepassen.

Tarief stijgt met 265%

Het tarief van de taks is niet langer een vast percentage van 0,17%, maar varieert naargelang de hoogte van het vermogen. Hoe hoger de vermogensschijf, hoe hoger het belastingtarief dat op die schijf verschuldigd is. Een overzicht:

Op de schijf van Tarief
50.000,01 – 250.000 0,15%
250.000,01 – 500.000 0,30%

> 500.000

0.45%

De eerste schijf van 50.000 euro is vrijgesteld. Blijft het vermogen hieronder dan hoeft je vereniging geen aangifte in te dienen.

Waarop wordt je vereniging belast?

Je vereniging wordt belast op haar vermogen, of nog, op de waarde van al haar bezittingen. Dit zijn investeringen in roerende of onroerende goederen, geldbeleggingen, termijnrekeningen, opstal- of erfpachtrechten, enz. Het vermogen wordt gewaardeerd volgens de verkoopwaarde, telkens op 1 januari. 


Met zichtrekeningen en kasgelden hoef je geen rekening te houden, op voorwaarde dat het om ‘werkingsmiddelen’ gaat. Dit zijn budgetten die je doorheen het jaar nodig hebt om je vereniging te laten draaien. Ook kapitaal op je spaarrekening dat je daarvoor aanwendt, hoef je niet aan te geven.

De hoogte van de werkingsmiddelen bepalen? Inspireer je op de voorgaande resultatenrekening of de gebudgetteerde begroting. 

Van het totaal van de belastbare bezittingen mag je vereniging enkel aftrekken:

  • Nog niet betaalde termijnen van een hypothecaire lening mits de hypotheek gevestigd is op goederen van de vzw en ze minstens 50% van de hoofdsom van de lening waarborgt,
  • Nog te betalen bedragen aan bijzondere legatarissen ingeval de vzw algemeen legataris is van een erfenis,
  • En, enkel als je vereniging actief is in een welbepaalde sector of een specifieke erkenning geniet, wordt de waarde van haar bezittingen gedeeltelijk vrijgesteld. De voorwaarden lees je hieronder.

Gedeeltelijke vrijstelling voor je vereniging

De waarde van bezittingen van bepaalde vzw’s in de zorg-, sport-, onderwijs- en cultuursector zijn voor 62,3% vrijgesteld van de taks. De verlaging van de belastbare basis compenseert dus de stijging van het tarief. De hoofdactiviteit of de aanwending van het vermogen bepaalt of de vzw hiervan kan genieten: 

  1. De vzw’s verrichten hoofdzakelijk handelingen in de bedoelde sector die onder het toepassingsgebied artikel 44, §2, 1°,2°, 3°, 4° a) of 9° van het btw-wetboek vallen.

    Stel dat je vzw naast de activiteit in de zorgsector ook nog een andere activiteit ontwikkelt, dan moet de activiteit in de zorgsector de belangrijkste zijn. Om dit te beoordelen, kijkt men naar de omzet: meer dan de helft van de omzet moet voortkomen uit handelingen die vrijgesteld zijn van btw o.b.v. hogervermeld artikel. Het omzetcijfer met betrekking tot de zorgactiviteit moet dus meer dan 50 procent bedragen.

    Deze invulling heeft een belangrijke weerslag: 
    Voorwaarde omzet is voldaan Gedeeltelijke vrijstelling kan toegepast worden op ALLE bezittingen van de vzw, ook op deze die niet aangewend worden voor de vermelde sector
    Voorwaarde omzet is niet voldaan

    Geen gedeeltelijke vrijstelling, ook niet op de bezittingen die specifiek aangewend worden voor de vermelde sector

     

    Geen gedeeltelijke vrijstelling, ook niet op de bezittingen die specifiek aangewend worden voor de vermelde sector 
     
  2. De vzw’s zijn actief in de bedoelde sector. Het patrimonium wordt voor minstens 75% door deze of een andere vzw aangewend tot de realisatie van handelingen onder de bedoelde btw-vrijstelling van artikel 44, §2 W.BTW.
    Door deze definitie komen ook patrimonium-vzw’s die actief zijn in de sector in aanmerking. Denk aan een vzw die niet zelf onderwijs verzorgt maar wel gebouwen ter beschikking stelt voor onderwijsdoeleinden. 

De gedeeltelijke vrijstelling van 62,3% geldt ook voor vzw’s met een erkenning als maatwerkbedrijven, medische huizen, dierenasielen en centra voor private archieven. De erkenning of de aanwending van het vermogen bepaalt of de vzw hiervan kan genieten:

  1. De bedoelde vzw’s genieten een welbepaalde erkenning inzake maatwerkbedrijf, medisch huis, dierenasiel of centrum voor private archieven.
  2. De vzw’s zijn actief in de bedoelde sector. Het patrimonium wordt voor minstens 75% aangewend voor de werking van resp. een maatwerkbedrijf, een medisch huis, een dierenasiel of een centrum voor private archieven.

En nu?

Je vereniging moet de aangifte uiterlijk 31 maart indienen bij het bevoegde registratiekantoor en hierbij rekening houden met de hervorming. Ook de verschuldigde taks moet je vereniging voor deze datum betalen.

Wil je weten welke impact de hervorming heeft voor jouw vereniging?

Speel op zeker en schakel tijdig de hulp in van een expert. Wij ondersteunen je graag op maat bij je patrimoniumaangifte.