Wanneer is de meerwaarde op de verkoop van beleggingsaandelen belastbaar?

Anne-Lise Verhelst

Tegenover de verlaagde vennootschapsbelasting in het Zomerakkoord stonden logischerwijs ook een aantal compensatiemaatregelen. Zo wordt je vennootschap sinds 2018 belast op de meerwaarde die ze realiseert bij de verkoop van aandelen. Om toch nog van een vrijstelling te genieten, moet je aan hoge vereisten voldoen. Of een belegging in een zogeheten DBI-bevek overwegen …

Belastbare meerwaarde sinds 2018

Tot en met aanslagjaar 2018 (m.b.t. boekjaren gestart vóór 1 januari 2018) waren kleine vennootschappen, de zogeheten kmo-vennootschappen, in de regel vrijgesteld van een belasting op de meerwaarde bij verkoop van beleggingsaandelen. Het Zomerakkoord besliste echter dat vanaf aanslagjaar 2019 (m.b.t. boekjaren die ten vroegste zijn gestart vanaf 1 januari 2018) alle vennootschappen onderworpen zijn aan een meerwaardebelasting (voor de tarieven: zie onderaan).

Vandaag geniet je vennootschap nog in twee gevallen van een vrijstelling van de meerwaardebelasting.

1. Bijna ondoenbaar: je vennootschap voldoet aan de ‘standaardvoorwaarden’

Je kan aandelen belastingvrij verkopen als je vennootschap voldoet aan:

  • De taxatievoorwaarde: je vennootschap is onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting of een gelijkaardig buitenlands belastingsysteem.
  • De houdperiode: je vennootschap moet de aandelen voor minstens 1 jaar hebben behouden.
  • De minimumparticipatievoorwaarde: de beleggingsparticipatie bedraagt minstens 2.500.000 euro of minstens 10% van het kapitaal van de vennootschap waarin je belegt.

In de praktijk komen zo’n grote bedragen natuurlijk zelden voor bij kmo’s.

Een optie om je overtollige cash zorgeloos in aandelen te beleggen, is de DBI-bevek.

2. Je vennootschap belegt in een DBI-bevek

Als je belegt in een DBI-bevek (beleggingsvennootschap met variabel kapitaal) kan je je aandelen belastingvrij verkopen. Deze fondsen zijn namelijk gestoeld op het principe van de ‘DBI-aftrek’: een fiscale gunstmaatregel die vermijdt dat doorgestorte winst onnodig dubbel belast wordt. Aan DBI-beveks zijn echter wel een aantal restricties opgelegd:

  • De inkomsten uit de bevek geven enkel recht op de DBI-aftrek als ze rechtstreeks uit aandelen komen, dus niet uit andere beleggingen zoals obligaties of andere fondsen.
  • De winsten moeten uit zogeheten ‘goede’ aandelen komen, van bedrijven die niet in belastingparadijzen gevestigd zijn en wel normale belastingen op hun winsten betalen.
  • De bevek moet jaarlijks minstens 90% van haar inkomsten uitkeren.

 

Opgelet!

Een DBI-bevek is niet hetzelfde als een bevek. Een belegging in een bevek moet niet voldoen aan de participatievoorwaarde, maar toch betaal je een meerwaardebelasting: een Belgische of buitenlandse bevek geniet immers een gunstig belastingregime en wijkt dus altijd af van de taxatievoorwaarde. De verkoop van aandelen van familiale dochtervennootschappen is wel nog steeds vrijgesteld van belasting, daar voldoet je vennootschap (holding) wel aan de minimumparticipatie van 10%.

Hoeveel meerwaardebelasting betaal je nu?

Afhankelijk van het aantal voorwaarden waaraan je voldoet, betaal je de volgende tarieven:

Kleine vennootschappen (boekjaar ≥ 01.01.2020)
Houdperiode aandelen Voldoet aan taxatie- én participatievoorwaarde Voldoet niet aan taxatie- of participatievoorwaarde
≥ 1 jaar Vrijgesteld Basistarief 25% of verlaagd tarief 20% (voor belastbare winst t.e.m. 100.000 euro)
< 1 jaar Basistarief 25% of onder voorwaarden het verlaagd tarief van 20% (voor belastbare winst t.e.m. 100.000 euro)

 

Grote vennootschappen (boekjaar ≥ 01.01.2020)
Houdperiode aandelen Voldoet aan taxatie- én participatievoorwaarde Voldoet niet aan taxatie- of participatievoorwaarde
≥ 1 jaar Vrijgesteld Basistarief 25%
< 1 jaar Tarief van 25%

Vragen? Of advies gewenst?

Neem vrijblijvend contact op met één van onze financiële adviseurs. We helpen je graag verder.