Een multidisciplinaire groepspraktijk in 5 stappen

Als arts je praktijk delen met een dream team van andere zorgverleners? Mits wat organisatorisch werk hoeft het geen utopie te zijn. Van de juridische structuur van je samenwerking tot afspraken rond het gebruik van ruimtes en toestellen: SBB zet samen met jou de lijnen uit voor je multidisciplinaire groepspraktijk. 

1. Bespreek de noden voor je praktijk 

Wie wil je er graag bij in je praktijk? Waarom heb je dat profiel nodig?  Wat wil je met je samenwerkingsverband bereiken? Vaak denk je als arts louter aan samenwerkingen met verpleegkundigen, om vlot een aantal taken te kunnen delegeren. Toch zijn er in het brede medische veld nog heel wat andere teamverbanden mogelijk. 

Psychologen, diëtisten, logopedisten, kinesitherapeuten, podologen: allemaal kunnen ze een meerwaarde betekenen voor jouw praktijk. Jij krijgt er de kans door om je patiënten beter te bedienen en hen te verenigen rond jouw visie op zorg. Bovendien is het ook de uitgelezen manier om je onroerend goed en praktijkruimtes volop te laten renderen.

2. Bepaal je manier van samenwerken

Het is belangrijk om een onderscheid te maken in samenwerkingsverbanden tussen artsen en verpleegkundigen enerzijds en andere (para)medici anderzijds. In het eerste geval werken artsen en verpleegkundigen samen voor een bepaalde patiënt binnen een bepaalde zorgcontext. In het tweede geval bieden de paramedici hetzij een bijkomende dienstverlening aan of maken ze louter gebruik van de faciliteiten van de praktijk. 
 

Samenwerkingsovereenkomsten met verpleegkundigen Samenwerkingsovereenkomsten met  paramedici
  • Arbeidsovereenkomst: de verpleegkundige is in dienst bij de huisarts(enpraktijk) (zogenaamde VIHP)
  • Samenwerking op zelfstandige basis: bv. als een zelfstandige verpleegkundige een aantal uren per week voor een huisarts(enpraktijk) werkt, waarbij prestaties van de verpleegkundige apart aan de patiënt worden aangerekend 
  • Huur- en dienstverleningsovereenkomst: de paramedicus huurt (een gedeelte) van de praktijk van de huisarts, al dan niet met extra diensten (bv. secretariaat). 

 

 

 

 

Belangrijk om te weten: welk samenwerkingsverband je ook opzet, als arts mag je nooit een vergoeding ontvangen voor doorverwijzing!

 

3. Leg de huurovereenkomst en de parameters van het contract vast 

Een paramedicus mag nooit deel uitmaken van een artsenassociatie of -vennootschap – dat is deontologisch verboden. Anders gezegd: een paramedicus kan nooit een partij zijn in een associatiecontract of aandeelhouder zijn van een artsenvennootschap. Wanneer je als arts of artsenassociatie samenwerkt met een paramedicus, komt dit er doorgaans op neer dat  je als arts (of je vennootschap) eigenaar bent van het onroerend goed waarin de multidisciplinaire praktijk wordt ondergebracht, en je dus een huurovereenkomst aangaat met de paramedicus. 

De vergoeding die je daarvoor krijgt, zal afhangen van  verschillende factoren: de huurprijzen in een bepaalde regio, de kostenstructuur, het aantal diensten waarvan de paramedicus gebruik kan maken, enzovoort. 

Leg steeds samen de parameters van het contract vast. Een aantal vragen die je daarbij stelt: 

  • Hoe hoog is de vergoeding? 
  • Hoe veel dagen per week beschikt de paramedicus over de ruimte? 
  • Van welke ‘extra’ diensten kan de paramedicus gebruik maken (bv. administratieve ondersteuning)? 
  • Welke verzekeringen moet je afsluiten?
  • Wie is waarvoor verantwoordelijk bij gebruik van de praktijkruimte? 
  • Wat zijn de opzegtermijnen als een van de partijen het contract wil beëindigen? Komt er nog een kostenafrekening op het einde van de rit?
  • Wat met privacy en patiëntengegevens?

 

4. Bekijk het fiscale plaatje

Een onmisbaar agendapunt voor het gesprek met je accountant: huur-en dienstverleningsovereenkomsten kunnen mogelijks je btw-vrijstelling als arts of van je associatie op de helling zetten. Zorg dat je samenwerking fiscaal en juridisch goed onderbouwd is, zodat ze zeker niet in jouw nadeel uitdraait. Laat je bijstaan door een expert, die samen met jou de juiste regelingen kan treffen. 

5. Evalueer de samenwerking (op jaarlijkse basis) 

Het is belangrijk dat wat er op papier staat in de praktijk wordt omgezet, van correcte facturatie tot een degelijke kostenafrekening. Jaarlijks een keertje samenzitten om het contract financieel/cijfermatig te evalueren met je accountant en eventuele wijzigingen door te voeren is dus zeker een goed idee. 

Een ding is zeker: je bespaart jezelf heel wat werk als je bij de opmaak van het contract meteen alle bovenstaande parameters overloopt en vastlegt. Check daarbij zeker dat de overeenkomst met de correcte personen wordt afgesloten. Is de eigenaar een natuurlijke persoon? Zit het onroerend goed in de patrimoniumvennootschap of de artsenvennootschap zelf? Dat zijn vragen die je je moet stellen opdat de juiste partijen het contract ondertekenen. Laat je hiervoor ook zeker bijstaan door een expert. 

 

Een gemeenschappelijke handelsnaam voor je groepspraktijk: een goed idee?

Wil je als groepspraktijk graag naar buiten treden onder één naam? Daar zijn risico’s aan verbonden. Stel dat een van de individuele leden zijn/haar vergunning kwijtspeelt of een strafrechtelijke inbreuk begaat, dan kan dat negatief afstralen op de volledige groepspraktijk. 

Voer je promotie voor je groepspraktijk, (bv. via een gemeenschappelijke website … ) dan onderstreep je best dat alle (para)medici individuele personen zijn die een praktijk delen maar onderling niet gelieerd zijn, en dus bv. ook niet in een en dezelfde vennootschapsstructuur zitten. Ook daar zit een must-do voor de initiator van de groepspraktijk die zich zo naar de buitenwereld profileert: check altijd dat elk lid over de juiste diploma’s en erkenningen beschikt.  

Zelf een multidisciplinaire praktijk uit de grond stampen? 

Bespreek je ideeën met je accountant. We werken samen een waterdicht plan uit.

Nathalie Put
Nathalie Put