De juridische structuur van je netwerkpraktijk: enkele aandachtspunten

Samenwerken bij artsen zit in de lift. Een huisartsenpraktijk staat je toe middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten en zorgt voor een zo groot mogelijke continuïteit. Naast een huisartsenpraktijk, kan je ook een samenwerking opstarten tussen verschillende praktijken onderling. Maar hoe pak je dit juridisch aan?

Wat is een netwerkpraktijk?

Een netwerkpraktijk is een samenwerkingsverband tussen verschillende (groeps)praktijken van huisartsen binnen dezelfde regio. Je huisartsenpraktijk blijft dus autonoom bestaan, maar je werkt wel onderling duurzaam samen met andere praktijken met als doel je patiënten beter te kunnen bedienen. 

Aandachtspunten bij het oprichten van een netwerkpraktijk

Zo’n netwerkpraktijk oprichten, dat doe je uiteraard niet overhaast. Er gaat heel wat denkwerk aan vooraf, zoals het doel en de missie van de samenwerking bepalen.

Wat je zeker niet uit het oog mag verliezen, is de vraag naar de structuur van de samenwerkingsvorm. Hiervoor is het van belang dat je het met de onderliggende (groeps)praktijken eens wordt over volgende vragen: 

  • Hoe ver gaat de samenwerking?
  • Welke beslissingen zal de netwerkpraktijk nemen?
  • Wat blijft de bevoegdheid van de onderliggende groepspraktijken?
  • Zal de netwerkpraktijk kosten delen?
  • Zal de netwerkpraktijk inkomsten delen?
  • Mogen er leden bijkomen? Zo ja, hoe wordt dat geregeld?
  • Hoe kan je je terugtrekken uit de samenwerking? 
  • Hoe zit het met aansprakelijkheid?
  • Is er gezamenlijk personeel?

De kostenassociatie: meest aangewezen samenwerkingsvorm

Met de antwoorden op bovenstaande vragen in het achterhoofd, denk je vervolgens na hoe je deze samenwerking juridisch kan structureren. Richt je een groepspraktijk op, dan zijn er heel wat mogelijkheden qua structuur. Uit deze vormen moet je beredeneerd kiezen. Eenzelfde oefening moet je maken bij het aangaan van een samenwerking onder de vorm van een netwerkpraktijk. 

In de meeste gevallen is de kostenassociatie de meest aangewezen manier van samenwerken tussen twee of meer (groeps)praktijken. Dit is een puur contractuele samenwerkingsvorm waarbij je louter kosten deelt. De leden van de associatie dragen de kosten voor een telesecretariaat, voor medische apparatuur, voor medische software … Wie welk deel van de kosten draagt, bepaal je in de associatieovereenkomst. De inkomsten van de verschillende leden blijven eigen: zij ontvangen elk hun eigen erelonen.   

Let op: kosten delen heeft gevolgen op het vlak van btw. De kostenassociatie wordt beschouwd als een aparte entiteit die btw-plichtig is. De associatie moet zich dan ook inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Onder bepaalde voorwaarden kan de samenwerkingsvorm wel worden vrijgesteld van btw. Wend je tot een adviseur om hier zeker uitsluitsel over te krijgen.

Wie is lid van de associatie?

Wie juist lid wordt van de kostenassociatie, en dus de samenwerkingsovereenkomst ondertekent, hangt af van de structuur van de (groeps)praktijken die onder de netwerkpraktijk hangen. Zijn dit artsenvennootschappen? Dan zullen deze vennootschappen de leden van de associatie zijn, en moeten er tussen hen overeenkomsten worden gesloten. Zijn de groepsprakijken op hun beurt kostenassociaties? Dan zal de overeenkomst die de samenwerking in de netwerkpraktijk vastlegt, worden aangegaan door de verschillende artsen zelf.

Wat met personeel?

Een netwerkpraktijk deelt regelmatig personeel. Denk maar aan een gezamenlijke assistente, secretaresse of verpleegkundige. Besef goed dat personeel ter beschikking stellen niet zomaar toegelaten is. Binnen de kostenassociatie vang je dit op door het multiwerkgeverschap, waarbij alle leden van de associatie in de arbeidsovereenkomst apart worden aangeduid als werkgever van het personeelslid.

Hulp nodig bij het oprichten van een netwerkpraktijk?

Wend je tot één van onze experten. Die  kunnen je bijstaan bij de keuze van de samenwerkingsvorm en bij de opmaak van de nodige overeenkomsten.

Nathalie Put
Nathalie Put