Schenken met behoud van vruchtgebruik: wat met de belastingen?

Aandelen aan je kinderen schenken, maar het ‘vruchtgebruik’ – de opbrengsten dus – aan je partner toekennen? Dat kan voortaan een stuk gemakkelijker door het ‘wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik’, één van de opvallendste nieuwigheden in het hervormde Belgische erfrecht. Fiscaal gezien is er wel een keerzijde aan de medaille.

Schenken zonder inkomsten te verliezen

Een populaire planningstechniek bij ondernemers is de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik: je schenkt bijvoorbeeld vermogensbestanddelen of aandelen aan één of meerdere kinderen, maar je behoudt zelf het ‘vruchtgebruik’ (de opbrengsten). Je kind wordt zo pas volledige eigenaar van je zaak na je overlijden.

Vaak is een bijkomende wens dat het vruchtgebruik eerst naar de andere huwelijkspartner overgaat, wanneer de schenker overlijdt. Gaat het om een schenking van gemeenschappelijk eigendom, dan is dat eenvoudig te regelen: zo kan je in je schenkingsakte een ‘aanwas van het vruchtgebruik’ opnemen waarbij de schenkers als wederzijdse last bij de schenking bedingen dat de begiftigde het vruchtgebruik van de eerststervende schenker moet overlaten aan de langstlevende van de schenkers. Zelfs wanneer je getrouwd bent met scheiding van goederen, is dit perfect mogelijk.

Wat met de erf- en schenkbelasting?

De aanwas van het vruchtgebruik is niet belast. Ook onder het nieuwe erfrecht blijft ze vrij van erf- en schenkbelasting. Schenk je iets dat tot je eigen eigendom behoort, dan is de situatie wél anders.

Het ‘voortgezet vruchtgebruik’ voor partners

Vroeger was het eerder complex om eigen eigendom te schenken , en het vruchtgebruik ervan aan je partner toe te kennen. Dit vergde een aparte clausule in je schenkingsakte, en dus extra administratie.

Onder het nieuwe erfrecht is dit eenvoudiger, met de intrede van het ‘wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik’. Voortaan is het namelijk zo dat als je op de dag van je schenking gehuwd was, het vruchtgebruik automatisch eerst naar je langstlevende huwelijkspartner gaat.

Drie belangrijke aanvullingen:

  • deze regeling geldt enkel na een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik,
  • trouwde je pas na de schenking, dan kan je huwelijkspartner het vruchtgebruik nooit claimen,
  • als schenker kan je altijd een testament opstellen waarin je je langstlevende partner de ‘voortzetting van het vruchtgebruik’ ontzegt.

Je partner kan het vruchtgebruik afstaan, maar moet daarvoor een punctuele erfovereenkomst bij een notaris afsluiten. De nieuwe regeling geldt uiteraard enkel voor schenkingen na 1 september 2018.

Wettelijk samenwonend?

Het ‘voortgezet vruchtgebruik’ geldt ook voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner. Alleen is het toepassingsgebied beperkter: zo gaat dit enkel op voor een gezinswoning (en de inboedel), die geschonken zijn tijdens het samenwonen.

Fiscale impact?

Op het voortgezet vruchtgebruik betaalt je partner wél erfbelasting (tenzij de schenking een gezinswoning was). De techniek waarbij je een clausule met ‘terugval van vruchtgebruik’ in je schenkingsbelasting opneemt, wordt daarentegen in het nieuwe erfrecht niet meer belast met erfbelasting, enkel nog met schenkbelasting. Die laatste optie kan daardoor soms fiscaal interessanter uitkomen dan het ‘voortgezet vruchtgebruik’, maar het hangt volledig af van je persoonlijke situatie. 

Je successieplanning samen optimaliseren?

Maak vrijblijvend een afspraak met een SBB-kantoor in je buurt: onze experten helpen je graag verder.