Exploitatievennootschap in eigen naam of met managementvennootschap?

Stel: je wil gemeenschappelijke activiteiten met andere ondernemers samenbrengen in een nieuwe vennootschap. Wie houdt de aandelen dan aan in deze exploitatievennootschap: de privépersonen of de individuele (management)vennootschappen? Die keuze hangt af van de context en factoren op het vlak van financiering, optimalisatie en successie. Bovendien hangen aan beide opties verreikende fiscale gevolgen vast.

Een nieuw opgerichte exploitatievennootschap vormt vaak de basis voor gemeenschappelijke activiteiten van ondernemers, die op hun beurt meestal een besloten vennootschap (hierna afgekort bv) als managementvennootschap hebben.

Ruwweg zijn twee scenario’s mogelijk. Ofwel staat de exploitatievennootschap ‘naast’ de bestaande bv’s en zijn de privépersonen de aandeelhouders. Ofwel komt de nieuwe vennootschap ‘onder’ de bv’s, en houden die laatste de aandelen aan. Samen met je accountant kies je het ideale scenario aan de hand van deze factoren.

1. Percentage van aandelen

Als de aandelen van je exploitatievennootschap voor meer dan 50% behouden worden door een vennootschap(pen), betaal je in principe het standaardtarief van de vennootschapsbelasting: 25% sinds 2020. Anders gezegd: de exploitatievennootschap is dan een zgn. dochtervennootschap die niet meer kan genieten van het verlaagde tarief van 20% op de eerste schijf van 100.000 euro.

In dat geval riskeer je bovendien dat je eigen managementvennootschap geen gebruik meer kan maken van het verlaagde tarief. Dat is het geval als de waarde van de aandelen die de vennootschap aanhoudt groter is dan 50% van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte fiscale kapitaal (of dat kapitaal verhoogd met de belaste reserves en geboekte meerwaarden). Er is wel een uitzondering voor participaties van meer dan 75%. 

2. Uitkering van dividenden

Wil je op termijn dividenden uitkeren met je exploitatievennootschap? Dan speelt een extra factor mee. Dividenden aan natuurlijke personen worden namelijk standaard belast aan 30% roerende voorheffing. Daar zijn echter enkele uitzonderingen op zoals de liquidatiereserves.

Houden de vennootschappen zelf de aandelen aan, dan speelt de roerende voorheffing minder een rol. Er is namelijk een vrijstelling als je vennootschap minimaal 10% van de aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen bezit, in een ononderbroken periode van minstens één jaar

3. Belastingen op meerwaarden na verkoop

Houd je de aandelen op je eigen naam bij en verkoop je ze later, dan betaal je er volgens de huidige wetgevingen geen belastingen op indien de verrichting kadert binnen een normaal beheer van het privévermogen. 

Indien je vennootschap de aandelen aanhoudt en later verkoopt, dan wordt de eventuele meerwaarde enkel vrijgesteld indien bepaalde voorwaarden vervuld zijn.

Samengevat: de interessantste aandeelhoudersstructuur hangt af van je financiële situatie en van je toekomstplannen.

Overweeg je om een exploitatievennootschap op te richten, neem dan snel contact op met een SBB-adviseur in je buurt.

Samen bekijken we welke optie voor jou het meest geschikt is.